
KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE IS VAN ALLE DAG Het verleden is niet meer. Als ik nu op deze leeftijd terugdenk aan vroeger - nog net niet hoogbejaard, en indachtig het moderne gezegde ‘zestig is het nieuwe vijftig’ dat ik zo op rond de helft van mijn leven ben aangekomen – dus heel diep terugdenk aan de tijd van vroeger, komt best wel een gevoel van gemis bij mij naar boven.
Of concreter geformuleerd: wat mis ik nu in deze tijd erg waarvan ik uit mijn jeugd herinner er van te hebben genoten?
Even snel een lijstje gemaakt met een afvinkhokje. Zo’n hokje is overigens in elke tekstverwerker standaard beschikbaar en reuze handig.
- [ ] Het verkeer was zo rustig dat ik mijn uitdaging van huis (in een buitenwijk in van de stad Utrecht) naar school (binnen de grachten van het centrum) al fietsend maar met losse handen succesvol kon uitvoeren .
- [ ] Door het raam staren door ijsbloemen heen
- [ ] Voetballen op straat, met als grootste gevaar de agent die je bal afpakte
- [ ] Precies om je heen te horen krijgen bij welke winkel je wel of niet naar binnen moest gaan ; niet dus bij een winkelier met een NSB-verleden …. Maar ja, dat was nou net de enige kruidenier in de straat. Voor de jongeren onder ons: bij een kruidenier koop je etenswaren om te koken
- [ ] TV kijken, terwijl iemand met de antenne in de hand het beeld scherp hield
- [ ] Foto’s die je met een camera hebt gemaakt op een filmrolletje in een speciale winkel laten afdrukken en de foto’s na een week bij die winkel ophalen
- [ ] Kolen in een kachel met een vuurtje van een lucifer met papier aansteken
- [ ] Roken in huis
- [ ] Je zelf wassen met water uit een kraan boven een wasbak
- [ ] Je fietsband plakken
- [ ] Koken op een petroleumstelletje
- [ ] De krant op papier lezen
- [ ] Een boek lezen
- [ ] Zonder doel door de wijk wandelen
- [ ] Plassen tegen een boom of in de struiken
- [ ] Schaatsen op de bevroren singel voor je deur
- [ ] Naar school gaan
- [ ] ……………………………………………
Zo het lijstje terugkijkend zijn er zeker nog een paar dingen, die ik nog wel doe en van geniet. De dagelijkse krant op papier en bij tijd en wijle lees ik een goed boek. Het laatste niet meer ‘van kaft tot kaft’. Overigens een mooie uitdrukking ‘van kaf tot kaft’ want dat was een mooie beschrijving van hoe je de bijbel zou moeten lezen - of beter gezegd zou moeten navolgen - volgens de dominee. Ik lees nu boeken heel doelgericht naar wat ik interessant vind en zoek daarna door op een willekeurige pagina te beginnen en te genieten van wat er staat. Ik raak dan vaak begeesterd door de stijl van de schrijver of de gedachte, die er bij mij naar boven komt. En droom dan ook weg, val vaak ook letterlijk in slaap, maar dan wel heel tevreden.
In mijn jeugd had ik het grote genot van een omgeving die mij stimuleerde om te lezen. Mijn oma, die mij in mijn eerste jaren - en dat waren toch meer dan je denkt - heeft groot gebracht, nam mij vaak mee naar de bibliotheek en liet mij de hele middag daar boeken lezen, kinderboeken in het begin. Maar was oma even niet aan het opletten, glipte ik weg naar de grote mensen afdeling en trok daar ook boeken weg uit de stelling om in te bladeren en te lezen. Mijn grote voordeel daarbij was ook dat het mij niet zo interesseerde of wat ik las ook echt begreep. En nee, ik was zeker niet van het plaatjes kijken. Ik heb nooit van strips lezen gehouden. Maar ik was wel benieuwd naar teksten ook al snapte ik er niets van. Later in mijn puberjaren dook ik de boekenkast van mijn vader in en stuitte een keer op een boek van Ludwig Wittgenstein, de filosoof. Het boek ging over kunstmatige intelligentie. Ik begreep de inhoud van het boek niet. Ik kon er geen voorstelling van maken. Ik ben helaas het boek kwijtgeraakt, hoewel ik het op enig moment wil ik mijn vaders boekenkast heb weggepakt. Maar ook later - ik had toen al mijn opleidingen afgerond - toen ik het probeerde te lezen, begreep ik de inhoud van het boek nog steeds niet. Ze zijn er nog steeds de boeken, waarvan ik de inhoud niet begrijp, ook al lees ik ze. Het gaat niet alleen om de wijze van de woorden die gebruikt zijn of de terminologie die ik niet ken, maar het gaat soms echt mijn verstand te boven. Maar desalniettemin respecteer ik de schrijver zonder dat ik mijzelf te min acht voor dat soort teksten. Nee, ik heb geen last van gebrek aan zelfvertrouwen , en ik accepteer dat soms mijn vaardigheden en mijn kennis tekortschieten. Ik lees nu wat meer over kunstmatige intelligentie of -zoals ze het in nu in Nederland noemen- Artificial Intelligence (AI) en begrijp er iets meer van. Het is een mooie manier om je leven te vergemakkelijken, als je KI of AI gebruikt bij bijvoorbeeld het uitwerken van een idee of als je geen kennis hebt over een onderwerp, maar hierover toch iets wil schrijven. Ik noem maar een voorbeeld er zijn er talloze van.En om ons heen boven ons hoofd in onze gedachten en natuurlijk bij alle organisaties wordt er grif gebruik gemaakt van kunstmatige intelligentie. In mijn jeugd was er dus al een boek over geschreven, al begreep ik het toen niet. Nu ik gemakshalve zo nu en dan gebruik maak van KI of AI, ontgaat mij nog steeds hoe het werkt. Ik ben driftig op zoek naar het boek van Wittgenstein van vroeger – ergens heb ik het tijdens een van mijn verhuizingen verloren. Ik hoop dat ik het nog een keer kan vinden en nu meer begrijp wat hij met het boek wilde zeggen. - of ik het nog een keer kan vinden en nu begrijp wat hij wilde vertellen.
Wat ik wel hoop, is dat kunstmatige intelligentie mensenwerk is en blijft, en dat er een menselijke factor van beïnvloeding aanwezig blijft. Elementen als ethiek en menselijke waardigheid blijft hopelijk op enige manier actief ook in de producten van de KI/AI. De bijbel is ook een voorbeeld van een gezamenlijk project van mensen die er voor ijverden om te komen tot een boek dat mensen de weg wijst. Een voor de uitvinding van de boekdrukkunst en ontstaan en een schoolvoorbeeld van kunstmatige intelligentie. Gelukkig was de uitleg van geleerden en dominees nodig om het boek uit te leggen voor de gewone mens. Anders zou je over de hele wereld alleen maar geweld en haat en nijd hebben. Zolang mensen een inbreng hebben bij de kunstmatige intelligentie is er hoop. En ik hoop als ik ooit dat boek van Wittgenstein weer terugvindt, hij dat ook heeft proberen te zeggen.
Reactie plaatsen
Reacties